Wil je (weer) aan de slag – als vrijwilliger of betaald – terwijl je een Wajong-, WIA- of Ziektewetuitkering ontvangt? Goed plan! Maar let op: werken met een uitkering heeft financiële gevolgen. In dit artikel zetten we alles overzichtelijk op een rij, zodat jij weet waar je aan toe bent.
Eerst even dit: ontvang je ook toeslagen?
Toeslagen zijn bedoeld als aanvulling op je inkomen als je onder het sociaal minimum zit. Denk aan huurtoeslag, zorgtoeslag, of gemeentelijke regelingen zoals de individuele studietoeslag.
Belangrijk: verandert er iets in je situatie – bijvoorbeeld je inkomen, je woonsituatie, of ga je (meer) werken? Geef dit dan altijd binnen een week door aan het UWV, de Belastingdienst en/of je gemeente. Zo voorkom je terugbetalingen achteraf.
Werken met een Wajong-uitkering
De regels verschillen afhankelijk van wanneer je jouw Wajong-uitkering hebt aangevraagd:
Wajong aangevraagd vóór 2010 (oude Wajong)
Heb je arbeidsvermogen? Dan hangt het maximale bedrag dat je mag bijverdienen af van je arbeidsongeschiktheidspercentage. Dat percentage blijft de eerste vijf jaar dat je werkt hetzelfde – dus geen stress daarover.
Gebruik de Rekenhulp Oude Wajong om te zien hoeveel je netto overhoudt als je gaat werken.
Let op: overstappen naar de Wajong-regeling van ná 2010 kan soms financieel gunstiger zijn. Laat je goed informeren voordat je zo’n overstap maakt.
Wajong aangevraagd tussen 2010 en 2015
Als je weer (meer) gaat werken, geef dit door aan het UWV. Je uitkering wordt dan aangepast op basis van je inkomen en je leeftijd.
| Wat verdien je? | < 27 jaar | ≥ 27 jaar |
| < 20% minimum(jeugd)loon | Uitkering vult aan tot 70% van minimum(jeugd)loon | idem |
| 20-80% minimum(jeugd)loon | Aanvulling tot tussen 70-100% van minimum(jeugd)loon | Aanvulling tot minimumloon |
| ≥ 80% minimum(jeugd)loon | Aanvulling tot 100% | Aanvulling tot minimumloon |
Gebruik de Rekenhulp Wajong 2010 om je totale inkomen te berekenen.
Werken met een WIA-uitkering (WGA)
Bij een WGA-uitkering kun je gedeeltelijk werken. Je hebt mogelijk recht op één van deze drie vormen:
- LGU – Loongerelateerde uitkering
- LAU – Loonaanvullingsuitkering
- VVU – Vervolguitkering
Check het laatste besluit van het UWV om te weten welke je ontvangt en hoeveel je geacht wordt te kunnen verdienen.
Kort samengevat:
- Werk je en verdien je ≥ 50% van je restverdiencapaciteit? Dan krijg je een LAU.
- Verdien je minder dan 50% van wat je kunt? Dan val je terug op de VVU, die fors lager is.
Gebruik deze rekenhulp van UWV om te berekenen wat jouw inkomen wordt bij werk.
Werk je op oproepbasis of onregelmatig? Vraag dan of UWV je inkomsten per 3 maanden mag controleren i.p.v. per 6 maanden. Dat voorkomt verrassingen achteraf.
Re-integreren met een 80-100% WGA-uitkering
Soms staat in je dossier geen vastgesteld bedrag wat je zou kunnen verdienen. In dat geval kun je geen gebruik maken van de standaard rekentools van UWV.
- Geef bij je contactpersoon aan dat je liever per kwartaal gecontroleerd wordt.
- Schat je inkomen iets hoger in dan je verwacht – dan kom je minder snel voor verrassingen te staan.
- Moet je achteraf toch iets terugbetalen? Vraag een betalingsregeling aan die bij jouw situatie past.
Werken met een Ziektewet-uitkering
Een Ziektewet-uitkering stopt zodra je weer (volledig) kunt werken of je een nieuwe baan hebt. Tot dat moment heb je maximaal twee jaar recht op deze uitkering.
Houd je aan de afspraken met UWV en meld het meteen als je weer (meer) gaat werken. Dat voorkomt problemen achteraf.
Vrijwilligerswerk doen met een uitkering? Ja, maar…
Je mag in principe gewoon vrijwilligerswerk doen. Maar er zijn wel regels:
| Leeftijd | Maximale vergoeding per uur | Max. per maand | Max. per jaar |
| < 22 jaar | €2,50 | €170 | €1.700 |
| ≥ 22 jaar | €4,50 | €170 | €1.700 |
Let op: Stage telt niet als vrijwilligerswerk. Krijg je een stagevergoeding? Geef dit altijd door aan het UWV.
Bekijk hier alle regels rondom vrijwilligerswerk met uitkering
Tot slot
Werken naast je uitkering kan spannend zijn, maar ook een mooie stap richting meer zelfstandigheid. Laat je goed informeren, en wees niet bang om vragen te stellen – aan je contactpersoon van het UWV, de gemeente of iemand die je vertrouwt.
Heb je aanvullingen, ervaringen of opmerkingen over dit artikel? Laat het ons weten – we horen graag van je!


